Aandacht, tijd en vertrouwen

Ik hoor met regelmaat van werkgevers dat ze het uitvallen niet aan zagen komen. Een werknemer die er altijd is, goed werk levert, vrolijk is en goed ligt bij de collega’s. Niets aan de hand op het eerste gezicht. Vaak hoor ik van de betreffende werknemer dat ze precies het moment kunnen duiden waarop het ‘ineens’ niet meer ging. ‘Ik liep in het bos midden op het plein en ik kreeg een paniekaanval.’ Ze kunnen het moment van uitvallen vaak precies duiden. 

Een coach wordt vaak pas ingeschakeld als de klachten er al een tijd zijn, bijvoorbeeld na het eerste ziektejaar. De focus ligt dan op re-integratie of outplacement. Soms schakelen werkgevers ook eerder hulp in. Burn-out is een complex vraagstuk, er zijn veel factoren die mee kunnen wegen. Perfectionisme, een disbalans in hormonen, privézaken als mantelzorg, werkgerelateerde factoren. Door langdurige stress raakt je hele systeem ontregeld en daar kunnen heel veel klachten uit voort komen. 

Aan de slag of niet?

Natuurlijk beoordeel ik altijd eerst of ik als coach de juiste persoon ben om een traject aan te gaan. Ik ben geen psycholoog, ik ga dus ook niet op die stoel zitten. Het is belangrijk om te beoordelen waar iemand baat bij kan hebben. We zoeken dus altijd eerst uit of we aan de slag moeten. Zo ja, dan gaan we helder krijgen wat er aan de hand is in relatie tot het werk. En waar loop je dan tegenaan, is het het werk zelf, de omgang met collega’s of leidinggevenden, heeft het te maken met hoe jij zelf in het werk staat? En dat betekent echt niet altijd dat je een andere baan moet gaan zoeken. Vaak zijn er binnen je eigen baan mogelijkheden om te ‘jobcraften’ en op een andere manier toch je eigen taken uit te voeren. 

Tips voor werkgevers

Als ik een tip mag geven voor werkgevers, dan komt dat altijd op hetzelfde neer. Wees er op tijd bij! Als leidinggevende heb je een rol: goed kijken naar je collega’s en het uitspreken als je iets ziet. Dat kan heel laagdrempelig: ‘Het valt me op dat je er moe uitziet en een beetje prikkelbaar bent’ kan al een mooie opening bieden. Als je merkt dat iemand anders doet dan anders, kun je een momentje pakken om het gesprek aan te gaan. Pak signalen op en ga even samen zitten. Als er oprechte zorgzame aandacht en tijd is, zijn werknemers vaak bereid hun verhaal te doen. Ze durven het heus wel uit te spreken als ze weten dat er zorgzaam en integer wordt omgegaan met hun verhaal. Vervolgens kun je samen kijken wat er nodig is, zodat klachten niet verergeren. 

Overvraag niet

Daarnaast pleit ik ervoor om je goede medewerkers ruimte, flexibiliteit en vertrouwen te geven. Vraag naar behoeftes: ‘Wat heb je van mij nodig?’. Een medewerker met mantelzorgtaken heeft misschien baat bij flexibiliteit om mee te gaan naar doktersbezoeken. Een collega die zich niet thuis voelt in het team, heeft weer iets anders nodig. Daarnaast ben ik stellig van mening dat je als werkgever mensen niet moet overvragen. Je moet nadenken over wat haalbaar is. Als je weet dat iemand elke ochtend en elke middag 2,5 uur reistijd heeft, ik geef maar een voorbeeld, moet je dat willen als werkgever? Is dat realistisch? Natuurlijk kun je nooit alles voorkomen, maar met oprechte aandacht kom je echt een heel eind. Voorkomen is beter dan genezen natuurlijk!